Hartritmestoornis

Ook wel genoemd: 
Aritmie

Het hart – en een gewone hartslag

Het hart bestaat uit 4 compartimenten (delen): twee atria (boezems of voorkamers genoemd) rechts en links en twee ventriculi (hartkamers). De wanden van deze kamers zijn voornamelijk opgebouwd uit speciale hartspieren. Alle compartimenten moeten in de juiste volgorde en op de juiste manier samentrekken, om het bloed met een hartslag door het lichaam te pompen.

Het verloop van elke normale hartslag is als volgt:

  • De sinusknoop (SA knoop) in de rechter boezem is als het ware een hele kleine ‘timer’. Hij geeft met steeds dezelfde tussenpozen een elektrisch stroompje af (ongeveer 60 tot 80 keer per minuut als je in rust bent en sneller als je beweegt. Dit controleert het hartritme). Elk elektrisch stroompje verspreidt zich door de beide boezems, met als gevolg, dat deze samentrekken en bloed via een van de kleppen in de hartkamers wordt gepompt.
  • Het elektrische stroompje komt bij de atrioventriculaire knoop (AV knoop) in het lagere deel van de rechterboezem. Het meeste materiaal tussen de boezem en de hartkamers wordt niet beïnvloed door het stroompje. Er bevindt zich echter een dunne band van ‘geleidend materiaal’ (zenuwen) die de stroom (als door een elektriciteitskabel) van de AV knoop naar de hartkamers brengt. Die band wordt de atrioventriculaire bundel genoemd.
  • De atrioventriculaire bundel (of bundel van His) splitst zich in tweeën: een linker en een rechter tak. Deze splitsen zich vervolgens weer in talloze heel kleine vertakkingen (het Purkinje systeem) die de elektrische stroom door de hartkamers verspreiden.
    De hartkamer zal zich daardoor samentrekken en het bloed via bloedvaten naar de grote aders transporteren:
    • De ader vanuit de rechter hartkamer (pulmonale ader) brengt het bloed naar de longen;
    • De ader vanuit de linker hartkamer (aorta) brengt het bloed naar de rest van het lichaam.
  • Vervolgens ontspant het hart even (diastole). Tijdens die diastole komt het bloed via de grote aders terug naar het hart en vult het de boezems.
    • De aders die uitkomen in de linker boezem voeren bloed aan vanuit de longen (zeer zuurstofrijk).
    • De aders die uitkomen in de rechter boezem voeren bloed aan vanuit de rest van het lichaam (heeft zuurstof nodig).

Enkele afwijkingen in hartslag

Sinustachycardia
Je hartslag is hierbij sneller dan normaal (meer dan 100 slagen per minuut). Meestal is dit het geval als je sport. Het kan echter ook optreden als je bloedarmoede hebt, koorts (met hogere temperatuur) of een overactieve schildklier. Ook kan je hartslag omhoog gaan als je bang bent. Er komt dan adrenaline in de bloedbaan, waardoor je hart sneller gaat slaan.

Sinusbradycardia
Je hartslag is langzamer dan normaal (minder dan 60 slagen per minuut). De meeste, gezonde mensen hebben een hartslag van 50 tot 60 slagen per minuut – soms langzamer. Het kan optreden bij een minder actieve schildklier.

Extrasystolen (ectopische of extra hartslagen)

Uit ritme
Soms doet zich een hartslag voor die ‘uit het ritme’ is. Dat gebeurt vaak en het kan over het algemeen geen kwaad. Bij de meeste mensen met een normale hartslag komt het minstens 1x per dag voor. Vaak merk je het niet eens. Heel soms voel je je hart nét iets extra bonzen als je op bed ligt. Mensen die veel cafeïne gebruiken of overmatig alcohol drinken hebben vaker te maken met een ectopische hartslag. Ook komt het voor bij mensen met bepaalde hartziektes.

Wat zijn aritmieën (hartritmestoornissen)?

Aritmie is een afwijking in snelheid of ritme van het hart. Er bestaan diverse soorten, maar allemaal zijn ze terug te voeren tot problemen met het ‘elektrische systeem’ in het hart.
Sommige ritmestoornissen zijn ernstiger dan andere. Ze kunnen zo af en toe optreden, maar ook, ondanks behandeling, blijvend aanwezig zijn.

De voornaamste soorten aritmieën zijn:

Supraventriculaire tachycardie (SVT)
Bij deze ritmestoornis wordt de hartslag niet onder controle gehouden door de SA knoop (normaal gesproken de ‘timer’ van het hart). De functie van de timer wordt overgenomen door een ander deel van het hart, waardoor er veel meer elektrische stroompjes worden afgegeven.
De afwijkende plek van elektrische impuls (trigger) ligt vaak ergens boven (supra) de hartkamers. Als de elektrische stroompjes echter eenmaal in de hartkamers terechtkomen, gaat het hart sneller slaan dan normaal (meestal tussen 140 en 240 keer per minuut). De hartslag is daarbij wel regelmatig.

SVT kan soms maar een paar minuten duren. Een paar uur (of langer) is echter ook mogelijk. Ook de tijd die tussen twee momenten van SVT zit is vaak heel verschillend. In sommige gevallen treden korte perioden van SVT meerdere keren per dag op. Aan de andere kant kan het ook maar 1x in de 2 jaar voorkomen. Meestal ligt het hier ergens tussenin.

(Lees ook het artikel: ‘Supraventriculaire Tachycardia (SVT) – voor meer informatie).

Atriumfibrilleren
Bij atriumfibrilleren (AF) worden op onregelmatige wijze een heleboel elektrische stroompjes lukraak vanuit alle delen van de boezem naar de hartspieren gestuurd. Daardoor ‘fibrilleert’ de hartboezem: hij trekt onvoldoende (maar wel heel vaak, tot wel 400 keer per minuut) samen. Slechts een paar van de elektrische stroompjes vinden hierbij – bij toeval – hun weg naar de hartkamers. Daardoor zullen de hartkamers tussen de 160 en 180 keer per minuut samentrekken op een onregelmatige manier en met heel verschillende kracht.
Als AF zich eenmaal heeft ontwikkeld, zul je er bijna nooit meer van afkomen. In sommige gevallen treedt het aanvalsgewijs op (paroxismaal AF).
AF komt veelal voor bij oudere mensen, maar ook sommige jongeren kunnen er last van hebben.

Ventrikeltachycardie
Een weinig voorkomende vorm van ritmestoornis. Hierbij kloppen de hartkamers sneller dan normaal (tussen de 120 en 200 keer per minuut). De hartslag in de boezems is echter normaal. Er treedt dus ergens in de hartkamers een oorzaak op, die ervoor zorgt dat de elektrische stroompjes vanuit de hartkamers, die vanuit de boezems gaan overheersen.

Ventrikelfibrilleren
Bij ventrikelfibrilleren (VF) worden op onregelmatige wijze een heleboel elektrische stroompjes lukraak vanuit alle delen van de hartkamer naar de hartspieren gestuurd. Daardoor ‘fibrilleert’ de hartkamer: hij trekt maar voor een deel samen en kan niet voldoende bloed uit het hart pompen. Dit is levensbedreigend en vaak aanleiding tot een hartaanval. Deze kan fataal zijn, als er niet binnen een paar minuten wordt ingegrepen.
VF ontstaat door een verzameling van diverse hartproblemen en treedt vaak op na een eerdere ernstige hartaanval (myocardinfarct).

Hartblok
Dit is het wegblijven of het te laat optreden van een kamersamentrekking, doordat geen goed ‘elektrisch signaal’ wordt doorgegeven van de boezem naar de hartkamer. De sinusknoop (SA knoop) in de rechterboezem zorgt voor een ‘gewoon signaal’, maar het signaal dat ervoor moet zorgen dat de hartkamer samentrekt is afhankelijk van het aantal elektrische stroompjes dat door gegeven wordt aan de hartkamer.

  • Eerstegraads hartblok betekent dat er een kleine hapering is in het stroompje dat van de boezem naar de hartkamer gaat. Elke ‘signaal’ komt echter wel aan en de hartslag is dan ook normaal.
  • Tweedegraads hartblok betekent dat niet alle ‘signalen’ van het elektrisch stroompje vanuit de boezem bij de hartkamer komen. De wijze waarop de hartkamers samentrekken is dan langzamer.
  • Derdegraads hartblok – of compleet hartblok – betekent dat er helemaal geen signaal wordt doorgegeven. De hartkamers trekken dan samen in hun eigen, ingebouwde tempo van ongeveer 20 tot 40 keer per minuut. In die gevallen heb je dus een heel langzame pols.

Sinusaritmie
Dit ‘sick sinus syndrome’ (zieke sinus syndroom) treedt op, als de SA-knoop (of sinusknoop) – de natuurlijke pacemaker van het hart – beschadigd is. Het hart gaat dan langzamer kloppen of slaat af en toe een paar slagen over. In andere gevallen worden perioden van langzaam kloppen afgewisseld met een tijd heel snel kloppen.

Behalve de genoemde soorten, zijn er nog andere, zeldzame ritmestoornissen. Die laten we hier echter buiten beschouwing.